Bezinning

BEZINNINGSMOMENT 

Voormalig deken Raymond Decoster trakteert ons elke week op een mooie bezinningstekst.


Dank u wel voor deze mooie geste!

Drie luiken van één groot gebeuren

 

We hebben onlangs het Paasfeest gevierd, en nu volgen nog Hemelvaart en Pinksteren.

Gewoonlijk wordt de veertigdagentijd een sterke tijd genoemd, maar heel de paastijd verdient die benaming nog meer. De tijd van Pasen tot Pinksteren, 50 dagen de tijd om te groeien in het geloof dat Jezus verrezen is. In de liturgie is er sprake van 6 paaszondagen. Maar eigenlijk

is elke zondag van het jaar een paaszondag, want overal ter wereld vieren christenen op zondag in de Eucharistie de gedachtenis van de kruisdood en de verrijzenis van Jezus.


In onze geloofsbeleving mogen wij die drie feesten niet van elkaar losmaken, we dienen ze te beschouwen als één groot gebeuren. Weliswaar worden Pasen, Hemelvaart en Pinksteren afzonderlijk gevierd, maar de rijkdom van deze feesten komt pas tot zijn recht wanneer we ze samen houden. Er zijn theologen die beweren dat de gebeurtenissen van Pasen, Hemelvaart en de neerdaling van de heilige Geest te herleiden zijn tot één historisch gebeuren.


Over de verrijzenis van Jezus geven de evangelies geen precieze beschrijving. Hoe zou het ook kunnen? Mensenwoorden schieten hier te kort. Wel lezen we herhaaldelijk dat zijn leerlingen Hem na zijn graflegging gezien hebben, en daarvan getuigen ze dan ook. Maar hoe was dat ‘zien’? Het was niet zo dat ze Hem weer tegen het lijf liepen zoals vroeger. Het was dezelfde gekruisigde Jezus, maar Hij kwam en ging, Hij verscheen en verdween. Hij was er, zichtbaar en toch weer niet, maar telkens herkenbaar. De jonge Kerk heeft gelovig erkend dat God hier de hand in had. Jezus had zijn zendingsopdracht vervuld, ook al kostte die Hem het leven. Maar zoals God Hem altijd heeft gedragen tijdens zijn leven, zo heeft God Hem ook over de dood heen gedragen. Want in God is alleen leven.

Jezus was niet langer de meetrekkende kompaan van zijn vrienden-leerlingen zoals ze de voorbije 3 jaren samen waren. De ware aard van Jezus brengt Hem daar waar Hij thuis hoorde: bij God, zijn Vader. Dat vieren we in het feest van zijn Hemelvaart. De bijbelse voorstelling is hierbij niet zo belangrijk, evenmin als de tijdsomschrijving. Of dat nu 40 dagen na de verrijzeniszondag heeft plaats gevonden of niet, de kern ligt bij de uiteindelijke bestemming van Jezus: als de levende Heer opgenomen worden in de heerlijkheid van God.

 

En meteen heeft die jonge Kerk ervaren dat ze niet alleen verweesd achterbleef. Zij mocht een

nieuwe aanwezigheid ervaren, een kracht zoals van een sterke wind of een levengevende adem die hen in vuur en vlam zette. De Heer bleef in hun midden werkzaam dank zij de inspirerende en bezielende aanwezigheid van Gods Geest.

God doet Jezus opstaan uit de dood, de Vader neemt de Zoon op in zijn liefde en blijft als dynamische Geest aanwezig in de gemeenschap van mensen die dit alles beleven en vieren. En uit dat gebeuren is de Kerk geboren. Een prachtig drieluik.


Raymond Decoster

Als pelgrims onderweg

 

Eind april en heel de maand mei brengt heel wat volk op de been. De Eerste Communies en Vormsels komen er overal aan. Soms meer uit traditie dan uit overtuiging weliswaar, maar toch kan het uitgestrooide zaad eens kiemen. Elk mooi moment kan raken. Hoe dun de draden ook mogen zijn, ze blijven een band met een groter geheel.

 

En de Maria-oorden zullen hun jaarlijkse vrienden-bedevaarders zien terugkeren. Mensen trekken er naartoe en komen er met hun grote en kleine zorgen. Er staat zoveel in een intentieboek ingeschreven. Ze steken een kaarsje aan, ze denken aan

hun zieken thuis, ze bidden een weesgegroetje en blikken even terug op hun leven. Ze kunnen danken voor het goede in elke mens, en geloven dat God niet alleen henzelf, maar alle mensen graag ziet.

De tocht naar een mariaal oord verstevigt ook de band met Maria, de moeder van Jezus. Zij was bezield door de heilige Geest, en die Geest blijft bereid om elk van ons nieuw te maken.


Het maken van een pelgrimstocht, een bedevaart is een oud gebruik. Al eeuwen gaan mensen op weg naar plaatsen van rust, op zoek naar stilte. Ook het volk van Israël was er vertrouwd mee. Geregeld gingen ze op bedevaart naar Jeruzalem. En vanaf het prille begin van het christendom gingen mensen op bedevaart naar het heilig graf van Jezus.

De eerste christenen werden ‘mensen van de weg’ genoemd. Het concilie gaf aan de Kerk

de benaming ‘Gods volk onderweg’. Mensen zijn inderdaad altijd op weg, van de wieg naar het graf, zeg maar. Vandaag de dag spreken we van een synodale Kerk.

Ik las ooit dit citaat: “ Niet de bestemming is het belangrijkste, maar de weg er naartoe”.

Ik zou zeggen: beide zijn belangrijk! Als je een pelgrimstocht aanvat, gaat het uiteraard niet om de snelste te zijn om dan als eerste aan te komen, maar om de ontmoetingen en de gesprekken met tochtgenoten onderweg. Maar de bestemming, meestal een bedevaartsoord, is toch ook belangrijk.

Waarom blijven mensen, ook al pratikeren ze niet op zondag, toch op bedevaart gaan? Om er eens uit te zijn? Omwille van de kameraadschappelijke sfeer? Voor persoonlijke herbronning? Hopelijk spelen alle redenen mee.

Een meisje van zowat 20 jaar getuigt: “Op bedevaart gaan is een beetje afstand nemen van de huiselijke geborgenheid, van mijn ouders, de televisie en het comfort. Op stap gaan is zichzelf overtreffen, is zichzelf ledigen”.

Iemand anders zei: “ Op bedevaart gaat men nooit alleen, maar meestal in groep. Men is verplicht aandacht te hebben voor de andere, zich open te stellen voor zijn aanwezigheid, dat is een bron van intense vreugde. Daarenboven is het een gelegenheid om de batterijen van mijn geloof weer op te laden, mij vol te tanken met geestelijke kracht”.

 

Bedevaarders komen soms veranderd terug, maken als het ware een bekering door. Je gaat op tocht naar elders om anders terug te keren. Je krijgt misschien de kracht of de genade dat er iets verandert na een bedevaart. Daarom spraken we soms van een genade-oord.

Ook Halle wil zo een plek zijn van rust en bezinning, de plaats waar we ons dicht bij Maria mogen voelen om ons door haar te laten inspireren. En als er één heilige het hele jaar door in de bloemetjes mag worden gezet, dan is het wel Maria.


Raymond Decoster