Bezinning

BEZINNINGSMOMENT 

Voormalig deken Raymond Decoster trakteert ons elke week op een mooie bezinningstekst.


Dank u wel voor deze mooie geste!

MISSIEMAAND


Omwille van de liefde van Jezus

 

Het woord ‘missie’

Oktober is de missiemaand. Als we het woord ‘Missie’ uitspreken, gaan onze gedachten naar verre landen, waar mannen en vrouwen naar toe trokken om er de Blijde Boodschap van Jezus te brengen.

Als ge het woord ‘Missie’ in een recent woordenboek gaat opzoeken, dan vindt ge niet minder dan 3 verklaringen. Vandaag wordt dit woord gebruikt voor een opdracht van een instelling, datgene waar een groepering voor staat. Het is diebepaalde opdracht, de taak, de missie die een vereniging zich stelt. Vervolgens kan ‘missie’ een vertegenwoordiging of afvaardiging zijn van een land zoals een diplomatieke missie of een handelsmissie. Pas op de derde plaats vinden we de verklaring zoals een christen het verstaat, namelijk dat missie de zending is van wie het evangelie wil verkondigen, uitdragen en realiseren.

De leefwijze van de eerste christengemeenschap was enorm aanstekelijk. Geen enkele bedreiging kon haar beletten om het verhaal van Jezus te vertellen. Waar het hart van vol is, loopt de mond van over! Sindsdien zijn er bijna overal ter wereld gemeenschappen van christenen die samenkomen om te bidden, in de overtuiging dat Jezus hen gelukkig maakt. Ze proberen in zijn stijl andere mensen te bevrijden.

Waar het hart van vol is… in Vlaanderen was dit begin vorige eeuw zo overvol dat het de stuwkracht was voor het uitzenden van veel missionarissen. Thans beseffen we echter in onze streken dat het niet gemakkelijk is om christen te zijn in weer en wind. We lijken vermoeid. Datzelfde Vlaanderen heeft nu geen priesters genoeg voor zichzelf.


Vreugde brengen

Als we het TV- journaal bekijken of de kranten openslaan, worden we steeds weer geconfronteerd met conflictsituaties, vluchtelingen, honger, terreur, schuldenlast, gezondheidszorg. En dan horen we in de missiemaand spreken over het evangelie als een ‘Blijde Boodschap’, en zien we op affiches de glimlach van mensen uit de Derde Wereld die in omstandigheden leven, waar bij ons het wenen nader zou staan dan die brede glimlach.

Gelukkig zijn is een recht voor iedereen. Gelukkig maken is een plicht voor iedere mens, een

missionaire taak van ons allen. De eerste missionaris, Jezus van Nazareth, kwam tot ons met de woorden: “Ik geef mijn liefde en mijn leven opdat uw vrede en vreugde volkomen mag zijn”. Vanuit die bewogenheid reikte Jezus een uitgestoken hand naar al wie leed onder ziekte, uitsluiting of armoede. Daarom wilde Hij voor zichzelf geen weg over rozen zonder doornen, maar ging Hij de weg van het kruis.

Ook voor de leerlingen van Jezus is de vreugde een zending geworden. Voor een christen is

liefde, vreugde en bemoediging brengen geen werk van liefdadigheid, maar een roeping.

En om aldus missionaris te zijn, hoef je niet naar verre landen te vertrekken. Ieder gezin, iedere straat, iedere wijk is een missiegebied, waar men vreugde moet brengen omwille van Jezus


In vijf woorden

Eens vroeg iemand op het vliegtuig aan een missionaris bij de melaatsen in India, waarom hij zijn mooie en rijke vaderland had verlaten om te gaan wonen en werken tussen zieke en arme mensen. En deze missionaris antwoordde: “Dat zal ik je in vijf woorden zeggen: ‘For the love of Jesus’, letterlijk vertaald (en wij hebben daar 6 woorden voor nodig): ‘Omwille van de liefde van Jezus.

Ook Moeder Teresa gaf hetzelfde antwoord als men vroeg naar haar motivatie voor haar inzet voor de armsten en stervenden in Calcutta: “Wij doen het voor Jezus”.

Als we vandaag aan de eerste missionaris Jezus zouden vragen: waarom hebt Gij Nazareth verlaten en zijt Gij door Palestina getrokken? Waarom legde Gij zieken en zondaars de handen op? Waarom liet Gij blinden zien en kreupelen weer lopen? Waarom die kruisdood?

Dan zou Jezus ook maar vijf woorden nodig gehad hebben: “Ik deed het voor u!” en “Zoals de Vader Mij zond, zo zend Ik u”.

Missio betekent zending! Het is een opdracht voor ieder van ons. En wat moet ons bezielen? Dat is ook in vijf woorden te zeggen: “Uit liefde voor mijn medemens”. Je kan niet zeggen dat je de naaste bemint als je hem/haar links laat liggen.

Als wij er zijn voor onze medemens in nood, materieel en/of spiritueel, omwille van de liefde van Jezus, dan behoren ook wij tot de missionarissen van deze tijd. ‘For the love of Jesus!”


Raymond Decoster

Nood aan een houvast

 

Onlangs mocht ik van een weekje vakantie in Italië genieten, maar als inleiding op dit artikel herinner ik mij een beeld uit een vakantie van heel wat jaren geleden… Op de trappen van de prachtige gotische kathedraal van Barcelona speelden muzikanten een traditionele Catalaanse dans, en dansende bejaarden op het kerkplein hielden elkaar voorzichtig bij de hand. Een welgekomen houvast.

Soms heb je dat wel nodig in het leven, een houvast; Letterlijk en figuurlijk. Niet alleen om bij al te wilde danspassen overeind te blijven, want je kan effectief ten val komen. En dat kan behoorlijk pijn doen, ook al heb je geen breuken opgelopen en ook al merkt een buitenstaander er niet veel van.

Maar een geliefde verliezen, of één of andere tegenslag met je gezin, je werk,

je gezondheid, kan je ook in een zwart gat doen vallen. Sommige mensen worden dan liefst alleen gelaten, terwijl anderen blij zijn wanneer iemand hun eenzaamheid doorbreekt en een luisterend oor leent.


Hoe kunnen wij aan mensen houvast proberen te bieden?

Mensen kunnen zich aan de gekste dingen vastklampen. Het is opvallen hoe bijgelovig sommige topsporters zijn. Het lijkt wel of winst en, verlies voor hen afhangen van het voedsel dat ze eten, van de kledij die ze dragen of van het knuffelbeestje dat ze bij zich hebben, of de manier waarop ze hun eerste stappen op het sportterrein zetten.

Wij klampen ons vlug vast aan het vertrouwde, het gekende, het veilige, het zekere. Dat maakt ons rustig en beter gewapend tegen het soms dreigende onbekende. Maar waar vinden we een echt houvast als we de grond onder onze voeten wegzinken?

In de nood leert men zijn vrienden kennen, zo zegt het spreekwoord. Maar in de nood kunnen vrienden je ook verlaten. Zelfs de goede vrienden kunnen vaak de pijn van het gemis niet wegnemen, maar ze omgeven ons wél met hun steun en genegenheid. Hun trouw biedt ons een houvast.

De bijbelpsalm 27 spreekt over ons diepste houvast, over de grond die ons werkelijk draagt. De Heer is mijn burcht, zegt de psalmist, in Zijn liefde ben ik geborgen. Hij is de rots waarop ik sta. Ook als alle mogelijke houvasten wegvallen, van de meest banale tot de diepst menselijke, dan nog blijft de trouw van God. Hij kan zijn naam “Ik zal er zijn voor u” niet verloochenen.

 

Maar zelfs God neemt het gemis ook niet weg. Hij komt nooit in de plaats van een geliefde persoon, maar in alle pijn staat Hij naast ons en houdt Hij de toekomst open. Hij richt ons weer op, en gaat met ons mee tot waar niemand anders met ons gaat. Zingen wij niet regelmatig in de kerk: “Wie zou ik worden waart Gij niet bereid, om als ik val, mij telkens op te vangen…”

Durven wij ons aan de Heer toevertrouwen? Of blijf ik mijn houvast zoeken in dingen die voorbijgaan als een veldbloem: ze bloeien open in de ochtend en verwelken in de avond en ze zijn niet meer…

Ik wens alle lezers een houvast in hun leven. Dat kan als wij elkaar vasthouden en dragen. Ik wens iedereen evenveel zegen als druppels van de regen.


Raymond Decoster